Zorgpad Rookvrije Start

Rookvrije organisatie

Om het goede voorbeeld uit te dragen en risico’s van meeroken en derdehands rook voor zowel (aanstaande) ouders als zorgverleners te voorkomen, is het belangrijk dat een organisatie zelf rookvrij is. Zet daarom in op een rookvrije omgeving en een gezonde werkplek.

Rookvrije omgeving

In een rookvrije omgeving wordt niet gerookt. Dat betekent dat roken in de gebouwen en op het terrein van de organisatie niet is toegestaan. Afspraken hierover kan je in het beleid opnemen en de boodschap kan je communiceren met behulp van materialen, zoals borden voor een rookvrij terrein of een rookvrije organisatie. De afspraken gelden zowel voor (aanstaande) ouders als voor medewerkers.

Gezonde werkplek

Met een rookvrije omgeving creëer je al een gezonde werkplek voor de medewerker. Maar ook door onderweg naar het werk of naar de (aanstaande) ouder te roken kan een medewerker derdehands rook meebrengen en dat is niet wenselijk. Maak daarom afspraken over het rookgedrag van medewerkers tijdens het werk en op weg naar het werk en/of hun cliënt. Stimuleer medewerkers om te stoppen met roken en biedt hen informatie of hulp bij het stoppen met roken. Hiermee zorg je dat niet alleen de omgeving, maar ook de medewerkers zelf rookvrij zijn.

Rookvrij ziekenhuis
Als ziekenhuis kan je ook voor een rookvrij ziekenhuis gaan. Kijk voor meer informatie op de website Rookvrijezorg.com.

Uit een interview met Carole Lasham, kinderarts en ambassadeur Rookvrije Start:
Carole’s volgende stap was het ziekenhuis rookvrij maken. Draagvlak creëren blijkt daarbij essentieel. Sinds vorig jaar heeft Carole steun van de Raad van Bestuur. Per 1 januari 2019 werd het Tergooi rookvrij. “Het leeft hier echt in het ziekenhuis. We kondigen het aan via de wachtkamertelevisie, er komen posters, we geven informatie via het internet voor personeel, op de website. Overal dezelfde boodschap: per 1 januari 2019 wordt hier niet gerookt.” De rookhokjes voor het ziekenhuis zullen vanaf december ook verdwijnen. Alle medewerkers moeten weten hoe ze straks anderen op hun gedrag kunnen aanspreken. “Het is heel belangrijk om hierbij goed uit te leggen dat we dit doen om onze kinderen te beschermen”, vertelt Carole.

Personeel dat in de pauze wil roken, moet vanaf 1 januari van het terrein af. Bij terugkomst geldt: omkleden, handen wassen en tanden poetsen. “Dat was voor mij heel belangrijk, daar heb ik op mijn afdeling ontzettend veel last van”, vertelt Carole. “Rokende verpleegkundigen geven met stinkende kleren een fles aan een premature baby. Of zorgen voor een kind dat opgenomen is met een astma-aanval. Dan ben ik al maanden bezig om de ouders te motiveren om te stoppen, en dan komt er een verpleegkundige stinkend naar de rook. Dat kan niet!” Personeel krijgt stoppen met roken-cursussen aangeboden vanuit de collectieve verzekering en er worden bijeenkomsten voor medewerkers georganiseerd. Voor sommige collega’s van Carole was dit het laatste duwtje in de rug om te stoppen. “Er zijn collega’s na 40 jaar roken nu gestopt, doordat ze weten dat ze vanaf 1 januari niet meer onder werktijd mogen roken.”

Tips!

  • Spreek af dat de werkomgeving een rookvrij terrein wordt, zodat niemand nog in of rondom het gebouw mag roken.
  • Maak duidelijke afspraken over het rookgedrag van zorgverleners. Zorg dat zij niet roken onder werktijd of op weg naar de (aanstaande) ouder.
  • Stimuleer zorgverleners om zelf te stoppen met roken. Bied informatie over hulp bij stoppen met roken of organiseer stoppen-met-roken trainingen voor eigen medewerkers. Kijk ook naar mogelijkheden om dit te financieren.
  • Specifiek voor kraamzorg: Maak afspraken over roken door het kraamgezin (de werkplek van kraamverzorgenden). Zorg dat tijdens de intake met (aanstaande) ouders die roken afgesproken wordt dat zij niet roken in het bijzijn van de kraamverzorgende.
  • Informeer medewerkers over hoe ze anderen binnen de organisatie over hun gedrag kunnen aanspreken, door uit te leggen waarom een rookvrij VSV zo belangrijk is.
Een voorbeeld van hoe een rookvrije organisatie in het beleidsplan opgenomen kan worden:

1. Het VSV benadrukt de proactieve rol en voorbeeldfunctie van de eigen medewerkers bij de implementatie en ondersteuning van het rookvrijbeleid op de werkplek.
2. Er is een procedure aanwezig om gebruikers van rookwaren te identificeren en te motiveren om te stoppen met roken.
3. Zorgverleners en medewerkers hebben toegang tot stoppen met roken begeleiding. Het VSV stimuleert de grotere organisaties waarvan het deel uitmaakt stoppen met roken begeleiding via het werk aan te beiden.
4. Zorgverleners en medewerkers die blijven roken, roken niet tijdens het werk. Zij ruiken niet naar rook.
5. Er is een protocol voor zorgverleners en medewerkers die dit beleid niet naleven. Hierin is ook opgenomen hoe collega’s hun rokende collega’s kunnen motiveren om te stoppen met roken en hoe zij het bespreekbaar kunnen maken als collega’s naar rook ruiken op de werkplek dit met elkaar kunnen bespreken.
6. De gebouwen en terreinen van de verloskundige praktijken zijn rookvrij. Het VSV stimuleert de grotere organisaties waarvan het deel uitmaakt rookvrij te worden indien dit nog niet het geval is (ziekenhuis, kraamzorg, jeugdzorg, de praktijken waar stoppen-met-roken begeleiding wordt geboden). Materialen zijn aanwezig op de terreinen, in de wachtkamers en de spreekkamers zoals bebordingen met rookvrije generatie, folders, posters, wachtkamerfilms, ambassadeurscertificaten etc. om hulpverleners te motiveren om stoppen-met-roken hulp te bieden en (aanstaande) ouders te motiveren om te stoppen met roken.